Tijdens de openavond van de beide Odd Fellowloges op 14 mei jl. gaf Reint Wobbes een inkijkje in de Groninger grafcultuur. Als oud-medewerker van de Stichting Oude Groninger Kerken, vertelde hij over de cultuur van dood en begraven. We maakten kennis met luxe grafmonumenten en met eenvoudige gedenktekens, sommige eeuwenoud. Het is niet altijd natuursteen waarmee het graf wordt aangegeven. Ook wordt wel gietijzer toegepast, of slechts een houten bord.
Aanvankelijk kregen de graven een liggende steen, later veranderde dat. Sinds het neo-classisme staan de grafzerken overeind. Vele van die stenen hebben op de achterzijde prachtige grafdichten of een levensbeschrijving van de gestorvene. Nergens in Nederland vindt men op de zerken zoveel symboliek en nergens zoveel opmerkelijke grafteksten.
De oudste graven vinden we in de middeleeuwse kerken. Bij wet is in 1827 verboden om nog langer de doden in de kerk te begraven en kreeg men een graf in de gewijde grond rond de kerk. Soms ligt de dodenakker er nog maar is de kerk al lang verdwenen, maar ook dan spreek je nog van een kerkhof. Ook vinden we in de provincie particuliere begraafplaatsen bij een borg of een vooraanstaande boerderij.
In het midden van de 19e eeuw, toen er epidemieën als tyfus en cholera rondgingen, kregen plaatsen met meer dan 1000 inwoners de opdracht om een begraafplaats buiten de stad of het dorp aan te leggen.
Voorafgaand aan de lezing vond een korte zitting plaats met als thema ‘Vertrouwen’. Hier konden onze gasten kennisnemen van dat wat de Odd Fellows beweegt.