De bijbel in onze Orde
Beste broederen, in deze tijd van een goeddeels ontkerkelijkte maatschappij kan het gebruik van de bijbel in onze Orde vragen oproepen. Ik ga ervan uit dat u prijs stelt op het feit dat onze organisatie internationaal is, een vereniging, over vele landen verspreid, waarvan de leden aan regels zijn gebonden.
De basis voor die regels is nog steeds het boek dat ook in de vroege jaren van de ontwikkeling van het Oddfellowship algemeen aanvaard was en prestige had, n.l. de bijbel. Tegenwoordig zien wij de bijbel, met de daaraan ontleende verhalen, die in onze ritualen tot uitdrukking komen, als symbool voor de ontwikkeling van ons gedachtengoed.
In die begintijd was het Oude Testament een volstrekt aanvaardbare basis, niet alleen voor de leden met een christelijke achtergrond, maar ook voor onze vele Joodse leden. Deze Joodse leden hebben een belangrijk rol gespeeld in de historie van de Orde.
Naderhand kregen ook delen uit het Nieuwe Testament een rol in onze ritualen, denk aan de Eerste Brief aan de Corinthiërs met daarin de behartenswaardige boodschap over de liefde.
Onze Orde ziet het als taak deze historie in ere te houden. En laat ons wel zijn, velen van ons stellen grote prijs op een zorgvuldige behandeling van onze ritualen. Dit geldt ook voor buitenkerkelijke leden. Overigens, het staat een ieder vrij om zich te laten inspireren door een ander boek dan de Bijbel.
Zojuist wees ik op het internationale karakter van de IOOF. Voor de beleving van identiteit van onze Orde is het belangrijk dat broederen en zusteren in de verschillende jurisdicties van Europa, een zekere eenheid vormen. De ene loge is de andere niet en het is duidelijk dat wij, broederen van de John Welchloge, prijs stellen op dat wat wij kenmerkend vinden voor onze loge, zeg maar ‘onze nestgeur’.
Dat in de loges, evenals in de maatschappij, ontkerkelijking heeft plaats gevonden, accepteren wij als een feit. Maar daarmee is niet gezegd dat de Orde het zich kan permitteren af te doen aan die sfeerbepalende symboliek die zo tekenend is voor haar herkomst, en belangrijk voor de wijze waarop onze leden hun lidmaatschap beleven.
Onze loges kenmerken zich door een sfeer van goede trouw, van vriendschap en van verdraagzaamheid. Elke Odd Fellow streeft ernaar de idealen: Vriendschap, (Naasten)Liefde, en Waarheid in praktijk te brengen, om te beginnen in zijn of haar persoonlijke leven. Zo willen wij bijdragen aan een betere wereld.
Als we het er eens over kunnen zijn dat hierboven het wezen van ons Oddfellowship staat, en dus onze belangrijkste functie en doelstelling weergeeft, dan hebben we daarmee ook aangegeven waartoe onze dynamiek moet dienen, en waar die dynamiek vandaan moet komen.
Zie hier het spanningsveld waarin wij ons geplaatst zien: enerzijds gewaardeerde broederen die de ritualen rond de Bijbel opvatten als een kerkelijke oproep, beoogt, anderzijds onze taak het historisch karakter en de internationale verbindingen van onze Orde te bewaren en levend houden.
Het zal u duidelijk zijn dat wij als John Welchloge niet de vrijheid hebben om de rituelen rond de Bijbel te schrappen. Dit ‘schrappen’ zou zowel de sfeer als het karakter van onze zittingen veranderen, met onvoorspelbare effecten op onze gezamenlijke identiteit.
Nog afgezien daarvan, zouden dergelijke ingrepen – en dat is wel voorspelbaar – ons op onoverbrugbare afstand plaatsen in de internationale contacten. Contacten die belangrijk en noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling van onze Orde en voor onze dynamiek.
Het is van het grootste belang dat wij Odd Fellows voeling houden met de ‘roots’ van onze Orde, en dat zittingen het bijzondere karakter blijven dragen dat ons bindt.
Ik hoop dat broederen die bepaalde zaken over boord zouden willen zetten, op hun beurt begrip en verdraagzaamheid op kunnen brengen voor de rol die de bijbel in onze Orde heeft.
De Vrijmetselarij spreekt over een hoger beginsel en duidt dit aan als de opperbouwmeester des heelals. Wij spreken over een Hogere Macht, die ieder lid mag beleven op zijn persoonlijke wijze. Dit kan een godsdienstig ingegeven beeld opleveren, maar dat hoeft niet. Het gaat erom dat u als broeder accepteert dat er iets is, buiten en boven jezelf.
In het rituaal van de werkzitting zeggen we het aldus: Op de zuil ligt de bijbel als bron van wijsheid waarvan ons gedachtengoed is afgeleid. Wij erkennen dat de mens niet de maat der dingen is, dat er meer is tussen hemel en aarde en dat ieder van ons daar op een eigen wijze vorm en inhoud aan kan geven.
Die spirituele kant is essentieel. In onze ritualen gebeurt wel degelijk iets, want in elk mens werken mysterieuze krachten en de bijbel is een symbool van kennis wat ons te buiten en te boven gaat.
Gerrit Rottink, vertegenwoordiger